vis staircase

 

лестница винтовая
Лестница с радиальными ступенями, расположенными по винтовой линии, чаще всего вокруг центральной опорной стойки
[Терминологический словарь по строительству на 12 языках (ВНИИИС Госстроя СССР)]

Тематики

• элементы зданий и сооружений

EN

• spiral staircase
• winding staircase

DE

• Wendeltreppe

FR

• escalier hélicoïdal
• escalier à vis

 

лестница винтовая
Лестница с радиальными ступенями, расположенными по винтовой линии, чаще всего вокруг центральной опорной стойки
[Терминологический словарь по строительству на 12 языках (ВНИИИС Госстроя СССР)]

Тематики

• элементы зданий и сооружений

EN

• spiral staircase
• winding staircase

DE

• Wendeltreppe

FR

• escalier hélicoïdal
• escalier à vis

 

лестница винтовая
Лестница с радиальными ступенями, расположенными по винтовой линии, чаще всего вокруг центральной опорной стойки
[Терминологический словарь по строительству на 12 языках (ВНИИИС Госстроя СССР)]

Тематики

• элементы зданий и сооружений

EN

• spiral staircase
• winding staircase

DE

• Wendeltreppe

FR

• escalier hélicoïdal
• escalier à vis

* * *

 

лестница винтовая
Лестница с радиальными ступенями, расположенными по винтовой линии, чаще всего вокруг центральной опорной стойки
[Терминологический словарь по строительству на 12 языках (ВНИИИС Госстроя СССР)]

Тематики

• элементы зданий и сооружений

EN

• spiral staircase
• winding staircase

DE

• Wendeltreppe

FR

• escalier hélicoïdal
• escalier à vis

 

лестница винтовая
Лестница с радиальными ступенями, расположенными по винтовой линии, чаще всего вокруг центральной опорной стойки
[Терминологический словарь по строительству на 12 языках (ВНИИИС Госстроя СССР)]

Тематики

• элементы зданий и сооружений

EN

• spiral staircase
• winding staircase

DE

• Wendeltreppe

FR

• escalier hélicoïdal
• escalier à vis

 

лестница винтовая
Лестница с радиальными ступенями, расположенными по винтовой линии, чаще всего вокруг центральной опорной стойки
[Терминологический словарь по строительству на 12 языках (ВНИИИС Госстроя СССР)]

Тематики

• элементы зданий и сооружений

EN

• spiral staircase
• winding staircase

DE

• Wendeltreppe

FR

• escalier hélicoïdal
• escalier à vis

 

лестница винтовая
Лестница с радиальными ступенями, расположенными по винтовой линии, чаще всего вокруг центральной опорной стойки
[Терминологический словарь по строительству на 12 языках (ВНИИИС Госстроя СССР)]

Тематики

• элементы зданий и сооружений

EN

• spiral staircase
• winding staircase

DE

• Wendeltreppe

FR

• escalier hélicoïdal
• escalier à vis

 

лестница винтовая
Лестница с радиальными ступенями, расположенными по винтовой линии, чаще всего вокруг центральной опорной стойки
[Терминологический словарь по строительству на 12 языках (ВНИИИС Госстроя СССР)]

Тематики

• элементы зданий и сооружений

EN

• spiral staircase
• winding staircase

DE

• Wendeltreppe

FR

• escalier hélicoïdal
• escalier à vis

1) spiral stair

2) caracole

3) winding stair

* * *

n. wind; storm; ademhaling; blaasinstrument; wind (laten); tip; praat zonder inhoud; neiging

n. wind; windstreek; tocht; lucht, reuk; adem; de blaasinstrumenten; de blazers; doelloos gepraat, gezwets

v. omdraaien; kronkelen; verkrommen; omwikkelen, omwinden; binden; omgewikkeld worden; van richting veranderen

v. uit laten luchten; in een blaasinstrument blazen; ruikend zoeken; moeilijk ademen; verademen

[ wajnd] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1  slag ⇒ (om)wenteling, draai

————————

[ wind, 〈 dichterlijk ook〉 wajnd]

I 〈 telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1  wind ⇒ luchtstroom, tocht; rukwind

2  wind(streek) ⇒ windrichting

♦voorbeelden:

1   〈 figuurlijk〉 take the wind from/out of someone's sails • iemand de wind uit de zeilen nemen

     fair wind • gunstige wind

2   (sail/run) before the wind • voor de wind (zeilen)

¶ (see) how the wind blows/lies • (kijken) uit welke hoek de wind waait

     fling/throw something to the winds • iets in de wind slaan/veronachtzamen

     (sail) close to the/near the wind 〈 scheepvaart〉 • scherp (bij de wind) (zeilen); 〈 figuurlijk〉de grens van het oirbare/toelaatbare (raken)

     there's something in the wind • er is iets gaande/aan de hand

II 〈 niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1  adem(haling) ⇒ lucht

2  (buik)wind ⇒ darmgassen

3  wind ⇒ kletspraat

♦voorbeelden:

1   get back/recover one's wind • (weer) op adem komen

2   〈 eufemistisch〉 break wind • een wind laten

3   load of wind • kletspraat

¶ get wind of something • ergens lucht van krijgen

     〈 informeel〉 get/have the wind up • hem knijpen, in de rats zitten

     〈 informeel〉 put the wind up • de stuipen op het lijf jagen

     second wind • het weer op adem komen; (nieuwe) energie (voor tweede krachtsinspanning)

     get one's second wind • er weer tegenaan kunnen

III 〈 meervoud〉

1  windstreken

2 〈 the〉 blazers(sectie)

♦voorbeelden:

¶ to the (four) winds • in het rond, alle kanten op

————————

[ wajnd] 〈werkwoord; ook wound, wound [ waund]〉

1  blazen (op) ⇒ doen schallen

♦voorbeelden:

1   wind a horn • op een hoorn blazen

————————

[ wajnd] 〈 voornamelijk wound, wound [ waund]〉

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1  kronkelen ⇒ zich slingeren

2  spiralen ⇒ zich draaien

♦voorbeelden:

1   the river winds through the landscape • de rivier kronkelt door het landschap

2   winding staircase/stairs • wenteltrap

II 〈 onovergankelijk en overgankelijk werkwoord〉

1  winden ⇒ spoelen, draaien

♦voorbeelden:

¶ wind on (a film) • (een filmpje) doorspoelen

→ wind down wind down/, wind up wind up/

III 〈 overgankelijk werkwoord〉

1  zich slingerend banen ⇒ door/indringen

2  winden ⇒ wikkelen, (op)rollen

3  omwinden ⇒ omwikkelen

4  (rond)draaien ⇒ 〈 in het bijzonder〉 opwinden 〈 horloge〉

5  (ver)vlechten ⇒ sluw verwerken

♦voorbeelden:

1   the river winds its way through the valley • de rivier kronkelt zich door het dal

2   wind wool • wol op een kluwen winden

     wind back • terugspoelen

     wind in • binnen/inhalen 〈 van vis(lijn)〉

3   wind one's arms (a)round someone • zijn armen om iemand heen slaan

4   wind one's watch • zijn horloge opwinden

5   wind a threat into a letter • een dreigement in een brief vervlechten

→ wind down wind down/, wind up wind up/

————————

[ wind] 〈 werkwoord〉

1  (be)speuren ⇒ lucht krijgen van 〈 in het bijzonder van honden〉

2  buiten adem brengen ⇒ 〈 in het bijzonder〉 naar adem laten snakken/happen 〈 door een stomp〉

3  op adem laten komen ⇒ laten uitblazen 〈 in het bijzonder van paard〉

4  laten boeren 〈 klein kindje〉

calx, calcis, f. (m., Pers. 3, 105 dub.; Sil. 7, 696; cf. App. M. 7, p. 483 Oud.; Pers. 3, 105; Grat. Cyn. 278. Whether Lucil. ap. Charis, p. 72 P. belongs here or to 2. calx is undecided) [Sanscr. kar-, wound, kill; akin with lax, calcar, calceus], the heel.

Lit.:

calces deteris,

you tread on my heels, Plaut. Merc. 5, 2, 111:

quod si ipsa animi vis In capite aut umeris aut imis calcibus esse Posset,

Lucr. 3, 792; 5, 136: incursare pug nis, calcibus, pux kai lax, Plaut. Poen. 4, 1, 3; Ter. Eun. 2, 2, 53:

certare pugnis, calcibus, unguibus,

Cic. Tusc. 5, 27, 77:

uti pugnis et calcibus,

id. Sull. 25, 71:

concisus pugnis et calcibus,

id. Verr. 2, 3, 23, § 56:

subsellium calce premere,

Auct. Her. 4, 55, 68:

ferire pugno vel calce,

Quint. 2, 8, 13:

quadrupedemque citum ferratā (al. ferrato) calce fatigat,

Verg. A. 11, 714:

nudā calce vexare ilia equi,

Stat. S. 5, 2, 115; Sil. 7, 697; 13, 169; 17, 541:

nudis calcibus anguem premere,

Juv. 1, 43.—Also of the heels of animals, Varr. R. R. 2, 5, 8; Col. 8, 2, 8:

quadrupes calcibus auras Verberat,

Verg. A. 10, 892.—Hence, caedere calcibus, to kick, laktizô, Plaut. Poen. 3, 3, 71:

calce petere aliquem,

to kick, Hor. S. 2, 1, 55:

ferire,

Ov. F. 3, 755:

extundere frontem,

Phaedr. 1, 21, 9:

calces remittere,

to kick, Nep. Eum. 5, 5; so,

reicere,

Dig. 9, 1, 5:

aut dic aut accipe calcem,

take a kick, Juv. 3, 295 al. —

Prov.: adversus stimulum calces (sc. jactare, etc.) = laktizein pros kentron (Aesch Agam. 1624; Pind. Pyth. 2, 174;

W. T. Act. 9, 5),

to kick against the pricks, Ter. Phorm. 1, 2, 28 Don. and Ruhnk.; cf. Plaut. Truc. 4, 2, 55, and s. v. calcitro: calcem impingere alicui rei, to abandon any occupation:

Anglice,

to hang a thing on the nail, Petr. 46.—

Meton. (pars pro toto), the foot, in gen.:

calcemque terit jam calce,

Verg. A. 5, 324 Serv. and Heyne. —

Transf. to similar things.

In architecture: calces scaporum, the foot of the pillars of a staircase; Fr. patin de l'échiffre, Vitr. 9, praef. § 8.—

Calx mali, the foot of the mast, Vitr. 10, 3, 5.—

In agriculture, the piece of wood cut off with a scion, Plin. 17, 21, 35, § 156.

calx, calcis, f. (m., Varr. ap. Non. p. 199, 24, and Cato, R. R. 18, 7; Plaut. Poen. 4, 2, 86; dub. Cic. Tusc. 1, 8, 15; and id. Rep. Fragm. ap. Sen. Ep. 108 fin.; cf. Rudd. I. p. 37, n. 3; later collat. form calcis, is, f., Ven. Fort. Carm. 11, 11, 10) [chalix].

Liv.

A small stone used in gaming, a counter (less freq. than the dim. calculus, q. v.), Plaut. Poen. 4, 2, 86; Lucil. ap. Prisc. p. 687 P.; cf. Paul. ex Fest. p. 46 Müll.—

Limestone, lime, whether slaked or not, Lucr. 6, 1067; Cic. Mil. 27, 74:

viva,

unslaked, quicklime, Vitr. 8, 7:

coquere,

to burn lime, Cato, R. R. 16; Vitr. 2, 5, 1: exstincta, slaked, id. l. l.:

macerata,

id. 7, 2; Plin. 36, 23, 55, § 177:

harenatus,

mixed with sand, mortar, Cato, R. R. 18, 7:

materies ex calce et harenā mixta,

Vitr. 7, 3.— Since the goal or limit in the race-ground was designated by lime (as later by chalk, v. creta), calx signifies,

Trop., the goal, end, or limit in the race-course (anciently marked with lime or chalk; opp. carceres, the starting-point; mostly ante-Aug.;

esp. freq. in Cic.): supremae calcis spatium,

Lucr. 6, 92 Lachm.; Sen. Ep. 108, 32; Varr. ap. Non. p. 199, 24:

ad calcem pervenire,

Cic. Lael. 27, 101; so,

ad carceres a calce revocari,

i. e. to turn back from the end to the beginning, id. Sen. 23, 83:

nunc video calcem, ad quam (al. quem) cum sit decursum,

id. Tusc. 1, 8, 15: ab ipsā (al. ipso) calce revocati, id. Rep. Fragm. ap. Sen. l.l.; Quint. 8, 5, 30 dub.; v. Spald. N. cr. —

Prov., of speech:

extra calcem decurrere,

to digress from a theme, Amm. 21, 1, 14.—

In gen., the end, conclusion of a page, book, or writing (mostly post-class.):

si tamen in clausulā et calce pronuntietur sententia,

Quint. 8, 5, 30:

in calce epistulae,

Hier. Ep. 9; 26 fin.; 84 init.: in calce libri, id. Vit. St. Hil. fin.

calx, calcis, f. (m., Pers. 3, 105 dub.; Sil. 7, 696; cf. App. M. 7, p. 483 Oud.; Pers. 3, 105; Grat. Cyn. 278. Whether Lucil. ap. Charis, p. 72 P. belongs here or to 2. calx is undecided) [Sanscr. kar-, wound, kill; akin with lax, calcar, calceus], the heel.

Lit.:

calces deteris,

you tread on my heels, Plaut. Merc. 5, 2, 111:

quod si ipsa animi vis In capite aut umeris aut imis calcibus esse Posset,

Lucr. 3, 792; 5, 136: incursare pug nis, calcibus, pux kai lax, Plaut. Poen. 4, 1, 3; Ter. Eun. 2, 2, 53:

certare pugnis, calcibus, unguibus,

Cic. Tusc. 5, 27, 77:

uti pugnis et calcibus,

id. Sull. 25, 71:

concisus pugnis et calcibus,

id. Verr. 2, 3, 23, § 56:

subsellium calce premere,

Auct. Her. 4, 55, 68:

ferire pugno vel calce,

Quint. 2, 8, 13:

quadrupedemque citum ferratā (al. ferrato) calce fatigat,

Verg. A. 11, 714:

nudā calce vexare ilia equi,

Stat. S. 5, 2, 115; Sil. 7, 697; 13, 169; 17, 541:

nudis calcibus anguem premere,

Juv. 1, 43.—Also of the heels of animals, Varr. R. R. 2, 5, 8; Col. 8, 2, 8:

quadrupes calcibus auras Verberat,

Verg. A. 10, 892.—Hence, caedere calcibus, to kick, laktizô, Plaut. Poen. 3, 3, 71:

calce petere aliquem,

to kick, Hor. S. 2, 1, 55:

ferire,

Ov. F. 3, 755:

extundere frontem,

Phaedr. 1, 21, 9:

calces remittere,

to kick, Nep. Eum. 5, 5; so,

reicere,

Dig. 9, 1, 5:

aut dic aut accipe calcem,

take a kick, Juv. 3, 295 al. —

Prov.: adversus stimulum calces (sc. jactare, etc.) = laktizein pros kentron (Aesch Agam. 1624; Pind. Pyth. 2, 174;

W. T. Act. 9, 5),

to kick against the pricks, Ter. Phorm. 1, 2, 28 Don. and Ruhnk.; cf. Plaut. Truc. 4, 2, 55, and s. v. calcitro: calcem impingere alicui rei, to abandon any occupation:

Anglice,

to hang a thing on the nail, Petr. 46.—

Meton. (pars pro toto), the foot, in gen.:

calcemque terit jam calce,

Verg. A. 5, 324 Serv. and Heyne. —

Transf. to similar things.

In architecture: calces scaporum, the foot of the pillars of a staircase; Fr. patin de l'échiffre, Vitr. 9, praef. § 8.—

Calx mali, the foot of the mast, Vitr. 10, 3, 5.—

In agriculture, the piece of wood cut off with a scion, Plin. 17, 21, 35, § 156.

calx, calcis, f. (m., Varr. ap. Non. p. 199, 24, and Cato, R. R. 18, 7; Plaut. Poen. 4, 2, 86; dub. Cic. Tusc. 1, 8, 15; and id. Rep. Fragm. ap. Sen. Ep. 108 fin.; cf. Rudd. I. p. 37, n. 3; later collat. form calcis, is, f., Ven. Fort. Carm. 11, 11, 10) [chalix].

Liv.

A small stone used in gaming, a counter (less freq. than the dim. calculus, q. v.), Plaut. Poen. 4, 2, 86; Lucil. ap. Prisc. p. 687 P.; cf. Paul. ex Fest. p. 46 Müll.—

Limestone, lime, whether slaked or not, Lucr. 6, 1067; Cic. Mil. 27, 74:

viva,

unslaked, quicklime, Vitr. 8, 7:

coquere,

to burn lime, Cato, R. R. 16; Vitr. 2, 5, 1: exstincta, slaked, id. l. l.:

macerata,

id. 7, 2; Plin. 36, 23, 55, § 177:

harenatus,

mixed with sand, mortar, Cato, R. R. 18, 7:

materies ex calce et harenā mixta,

Vitr. 7, 3.— Since the goal or limit in the race-ground was designated by lime (as later by chalk, v. creta), calx signifies,

Trop., the goal, end, or limit in the race-course (anciently marked with lime or chalk; opp. carceres, the starting-point; mostly ante-Aug.;

esp. freq. in Cic.): supremae calcis spatium,

Lucr. 6, 92 Lachm.; Sen. Ep. 108, 32; Varr. ap. Non. p. 199, 24:

ad calcem pervenire,

Cic. Lael. 27, 101; so,

ad carceres a calce revocari,

i. e. to turn back from the end to the beginning, id. Sen. 23, 83:

nunc video calcem, ad quam (al. quem) cum sit decursum,

id. Tusc. 1, 8, 15: ab ipsā (al. ipso) calce revocati, id. Rep. Fragm. ap. Sen. l.l.; Quint. 8, 5, 30 dub.; v. Spald. N. cr. —

Prov., of speech:

extra calcem decurrere,

to digress from a theme, Amm. 21, 1, 14.—

In gen., the end, conclusion of a page, book, or writing (mostly post-class.):

si tamen in clausulā et calce pronuntietur sententia,

Quint. 8, 5, 30:

in calce epistulae,

Hier. Ep. 9; 26 fin.; 84 init.: in calce libri, id. Vit. St. Hil. fin.